Katten zijn over het algemeen volgroeid als ze ongeveer 12 maanden oud zijn. Maar dat is niet altijd het geval. Sommige grotere rassen, zoals de Maine Coon of de Noorse boskat, zijn pas volledig volgroeid en volwassen als ze 3 jaar oud zijn.

Over het algemeen is het een goed moment om bij een leeftijd van 12 maanden over te stappen op volwassen voeding. Als uw kitten gecastreerd of gesteriliseerd is, kan het beter zijn om speciale kittenvoeding te kiezen om te voorkomen dat ze vroegtijdig te veel aankomen.

Dat is geen goed idee. Melk wordt vaak gezien als een traktatie voor katten en we kennen allemaal de tekenfilms waarin katten melk drinken uit een schaaltje.  

In de werkelijkheid is het zo dat katten koemelk niet goed kunnen verdragen. Ze kunnen de suiker (lactose) in melk niet verteren waardoor hun maag van streek raakt als ze melk drinken en ze kunnen er diarree van krijgen. Voor kleine kittens is moedermelk een natuurlijke voedingsbron, maar ook voor hen is koemelk geen goed idee en niet nodig.

Water is de meest natuurlijke en beste drank voor katten.

Alle soorten kattenvoeding die momenteel te koop zijn, zijn eerst goedgekeurd en dus veilig voor katten om te eten.

Natuurlijk bestaan er wel grote kwaliteitsverschillen tussen de verschillende soorten voeding en ook de voedingsbehoefte verschilt per kat.

Als uw kat allergieën of intoleranties heeft voor bepaalde voedingsmiddelen (bv. rundvlees, varkensvlees, etc.), dan kan dat spijsverteringsklachten geven. Geef uw kat geen koemelk. De meeste katten kunnen geen lactose verteren. Over het algemeen kunt u het best kiezen voor voeding met goed verteerbare ingrediënten. Als uw kat terugkerende maag- of darmklachten heeft, overleg dan met uw dierenarts. Hij kan u mogelijk een speciaal spijsverteringsdieet adviseren.

Dat hangt af van het type blaasstenen waar uw kat last van heeft.

Als u ziet dat uw kat moeite heeft met plassen, minder plast of pijn heeft bij het plassen, neem dan contact op met uw dierenarts zodat hij uw kat kan onderzoeken en de juiste diagnose kan stellen.

Als uw kat blaasstenen heeft, dan is het aan te raden om droge of natte voeding te geven die een beperkte hoeveelheid mineralen en eiwitten bevat. Als uw kat alleen last heeft van een geïrriteerde blaas, dan is speciale natte voeding de beste keuze.

Vraag uw dierenarts altijd om advies. Stenen en blaasklachten kunnen namelijk erg pijnlijk zijn voor uw kat en kan hem zelfs fataal worden als u er niet op tijd bij bent. Een aangepast dieet kan de vorming van nieuwe stenen voorkomen.

Misschien vindt u dit ook interessant >>

Als katten zich likken om hun vacht te verzorgen, dan slikken ze haren in. Dat is normaal en gebeurt bij alle katten. Langharige katten zullen meer haar inslikken dan kortharige katten.

Haren komen niet in het spijsverteringskanaal terecht, maar worden in de maag tot haarballen gevormd.

De meeste katten komen van hun haarballen af door te kokhalzen of ze uit te spugen, maar soms zorgen haarballen voor spijsverteringsklachten.

U kunt uw kat regelmatig borstelen om de loszittende haren te verwijderen. Hierdoor zal hij minder haar inslikken. Kattenvoeding met toegevoegde olie of een haarbalmiddel op basis van olie maakt de haren zachter waardoor ze makkelijker door het spijsverteringskanaal gaan.
SPECIFIC®-voeding voor volwassen en oudere katten bevatten extra vezels. Hierdoor kunnen ingeslikte haren makkelijker door het spijsverteringskanaal worden afgevoerd en zo worden haarballen voorkomen.

Het is waar dat katten veel vlees in hun voeding nodig hebben.

Dat is omdat ze van nature roofdieren zijn en strikte ofwel "obligate" carnivoren zijn. Dat betekent dat ze afhankelijk zijn van vlees. Door de eeuwen heen hebben ze altijd grote hoeveelheden vlees gegeten en het vermogen verloren om met een lagere eiwitinname om te gaan. Ook kunnen ze sommige voedingsstoffen zelf niet aanmaken (bijvoorbeeld vitamine A uit caroteen, wat ook in wortels zit).

Dat betekent dat katten extra behoefte hebben aan bepaalde voedingsstoffen (meer dan honden) en dat ze vlees nodig hebben om deze voedingsstoffen voldoende binnen te krijgen. Een kat kan dus niet leven op een vegetarisch dieet.

Het is niet erg als een kat af en toe hondenvoeding binnen krijgt. Hondenvoeding is echter geen geschikte voeding voor katten.

Katten hebben een bepaalde hoeveelheid vlees, eiwitten en andere voedingsstoffen nodig in hun dieet. Ze zijn van nature roofdieren en afhankelijk van vlees. Als de kat af en toe een brok met uw hond mee-eet, is dat geen probleem. Omdat katten andere voedingsbehoeftes hebben dan honden zal hondenvoeding nooit de juiste samenstelling en voedingswaarde hebben voor een kat. Als uw hond een bepaalde therapeutische dieetvoeding krijgt en/of uw kat een specifiek dieet heeft, dan wordt het delen van eten sterk afgeraden.

In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, vertelt de neus van een kat niet of hij ziek is of niet. 

Als uw kat koorts heeft, zal zijn neus waarschijnlijk wel warm zijn. Maar een kat kan zich goed voelen met een koude of warme, droge of natte neus. De beste en meest betrouwbare manier om vast te stellen of uw kat koorts heeft, is door zijn temperatuur op te meten met een thermometer.

Zowel brokjes als natte voeding hebben hun eigen voordelen. Droge voeding in de vorm van brokjes is vaak goedkoper en helpt om tandsteen te voorkomen. Natte voeding geeft meer water en kan daarom goed zijn bij blaas- en nierklachten (bv. bij een geïrriteerde blaas, stenen en kristallen).

Misschien vindt u dit ook interessant >>

Veel reclames voor kattenvoeding richten zich op de ingrediënten (grondstoffen). Het kan een kwestie van smaak zijn, maar het maakt voor de gezondheid of voedingswaarde niet veel uit of kattenvoer van varkensvlees, kip of garnalen is gemaakt.

Het is WEL belangrijk dat de voeding voldoende voedingsstoffen bevat die katten nodig hebben. Omdat katten zgn. obligate carnivoren zijn, hebben ze een bepaalde hoeveelheid eiwitten en andere voedingsstoffen uit vlees nodig. Het gebruikte vlees moet goed verteerbaar en van hoge kwaliteit zijn, zodat de kat de voedingsstoffen goed kan opnemen (bv. vlees van de spieren en lever, en niet alleen van de huid, kippenpoten of veren). De juiste balans tussen eiwitten, koolhydraten (groenten) en vet is ook belangrijk, maar dat kan met meerdere, verschillende ingrediënten worden bereikt.

Veranderen van voeding heeft vaak wat tijd nodig omdat de maag aan de nieuwe voeding moet wennen.

Daarnaast moet een kat aan de nieuwe smaak, geur, textuur en brokgrootte wennen.

Als de verandering geleidelijk wordt doorgevoerd, dan verloopt het proces soepeler. Meng hiervoor gedurende een periode van 7-10 dagen steeds een beetje meer SPECIFIC® door de oude voeding. Dat is belangrijk voor alle wijzigingen in het voedingspatroon.

Wanneer uw kat ziek is en daardoor snel op een speciaal dieet moet overgaan, dan zal het overstapproces sneller moeten verlopen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de voeding genaamd 'Digestive Support' en 'Intensive Care'.

Misschien vindt u dit ook interessant >>

Het is niet altijd makkelijk om ervoor te zorgen dat uw kat de juiste voeding eet, vooral als hij een buitenkat is.

Het natuurlijke voedingspatroon van een kat is dat hij gedurende dag en nacht meerdere keren kleine maaltijden (muizen, vogels) eet. Het is daarom goed om altijd een bakje eten klaar te zetten, zodat uw kat zelf kan kiezen wanneer hij eet.

In een huishouden met meerdere katten kunt u kiezen voor een andere eetplek of een ander moment. U kunt een kat bijvoorbeeld gedurende een paar uur per dag in een apart gedeelte van het huis houden waar u zijn eten ook neerzet. Als de andere katten weer toegang hebben tot dit gedeelte kunt u het bakje wegzetten, zodat ze er niet bij kunnen. Een andere oplossing is om de voeding in een ruimte te zetten waartoe alleen deze kat toegang heeft. Dat valt bijvoorbeeld te regelen met een elektronisch kattenluik.

Als het moeilijk is om uw katten gescheiden te houden, kunt u met uw dierenarts overleggen of al uw katten mogen overstappen op de speciale voeding.

keyboard_arrow_up